Roti is een van oorsprong hindoestaanse, gevulde, `broodpannenkoek`

Roti is van oorsprong een Hindi woord en is de algemene benaming voor alle vormen van brood in grote delen van India, Pakistan, geheel Indonesië en geheel Maleisië. Meer specifiek worden hiermee alleen de ongerezen platte Indiase broden bedoeld zoals de Indiase naan, alu paratha en chapati.

In Thailand duidt roti meestal alleen de pannenkoek-achtige broodsoorten aan maar vaak ook de gerezen broden (afhankelijk met wie men spreekt) terwijl kanom paang (“kanom” betekent deegwaar en “paang” is afgeleid van het Franse woord “pain”) alleen duidt op gerezen broden. Dit soort platte broden komen reeds voor in het Neolithicum. In het geval van het gebied waarin nu Noord-India en Zuid-Pakistan zijn gelegen, begon deze periode rond 7000 v. Chr.

De Indiase varianten van roti genieten een toenemende populariteit in alle landen waar zich groepen Indiase immigranten hebben gevestigd: Canada, Guyana, Maleisië, Suriname, Trinidad en Tobago, Verenigd Koninkrijk enz.. In Suriname wordt het tegenwoordig niet meer alleen door Hindoestanen gegeten, maar is het geliefd onder alle bevolkingsgroepen. In Nederland is het een populair afhaalgerecht geworden sinds de emigratiegolven van Suriname naar Nederland in het midden van de jaren zeventig.

Met de emigratie van Hindoestanen uit India naar Suriname is ook de roti meegekomen. De “pannenkoek” die in Suriname (en Nederland) roti heet, wordt in India ook wel chapati genoemd. Het is een soort ongezoete broodpannenkoek die verschillende toevoegingen kan hebben: in de Surinaamse variant veelal gemalen gele spliterwten (roti dalbharie) of aardappelen (roti alubharie) en met smaakmakers als komijn en chilipeper.

Voor de bereiding worden balletjes deeg (eventueel met additionele ingrediënten) uitgerold tot dunne “pannenkoeken” die op een zogeheten rotiplaat worden gebakken. De Surinaamse roti wordt met een aantal bijgerechten geserveerd zoals kousenband, aardappelen, hardgekookte eieren, knoflook, ui en verschillende soorten vlees (kip, eend, schaap), welke bijgerechten meestal gekruid worden met masala, een mengsel van gemalen specerijen vergelijkbaar met curry.

Roti wordt in Suriname niet met tomaat gegeten. Het is gebruikelijk de roti met de handen te eten. Men breekt een stukje van het rotivel af om met het stukje in de hand de roti te pakken en op te eten. Rotiwraps, die ook met vork en mes gegeten kunnen worden, zijn in opmars.